Kamerbewoning

In juli heeft de gemeenteraad een besluit genomen in het kader van huisvesting van arbeidsmigranten en daarbij zijn als onderdeel ook huurders betrokken. Dat besluit houdt in dat gebouwen onder voorwaarden mogen worden omgebouwd tot kamerbewoning. Dat geldt ook voor gebouwen die nu een heel andere bestemming hebben. Dat kan tot een maximum van 12 eenheden.

We moeten vaststellen dat de eerste twee situaties waarin van deze regeling gebruik wordt gemaakt, aanleiding hebben gegeven tot breed protest vanuit burgers in de omgeving. Het betreft een situatie in Heythuysen en een situatie in Ittervoort. Die protesten zijn in het bijzonder gericht op het aantal van 12 huureenheden. Daarnaast is de procedure zeer ongelukkig geweest. In Heythuysen werd eerst door de gemeente ontkend dat er al werd gebouwd. Vervolgens werd ontkend dat er al werd gewoond. Allebei ten onrechte. Dat tast het vertrouwen van onze inwoners aan. Wij staan achter het in juli genomen besluit, behalve op een wezenlijk onderdeel. Dat betreft het maximum van 12 eenheden. Wij begrijpen dat dit maximum een belangrijke bron van verzet is. We dienen een motie in om dat maximum terug te brengen tot 4 per gebouwencomplex en daar hebben we een aantal redenen voor.

Wat we ons niet of onvoldoende hebben gerealiseerd is, dat het vastgesteld beleid een commercieel interessant verdienmodel is. Dat grote aantal van 12 huureenheden heeft tot gevolg dat de woonomgeving kan veranderen. Bij wijziging van bestemmingsplannen kan er sprake zijn van spanning tussen gevestigde rechten op basis van het oude bestemmingsplan en nieuwe rechten die worden verleend op basis van een nieuw bestemmingsplan. We hebben als Ronduit Open de vaste lijn dat wij vinden dat bestaande rechten bij een afweging zwaar dienen te wegen. Nieuwe rechten mogen niet bestaande rechten opzij drukken als daar geen overtuigende argumenten voor zijn.

Nu kan men daartegen als formeel argument inbrengen dat burgers in Heythuysen en Ittervoort die nu problemen hebben met projecten, gelegenheid hebben gehad om daartegen een zienswijze in te dienen. Echter, het raadsbesluit in juli had niet betrekking op een of meer concrete situaties maar het was een algemeen kader dat vervolgens op tal van locaties betrekking kan hebben. Burgers konden dus niet weten of een gebouw in de directe omgeving daartoe zou behoren. En dat is nu precies het probleem.

Immers, wie gaat op basis van een bekendmaking van een ontwerp bestemmingsplan van algemene strekking zelf actief onderzoeken of er gebouwen zijn in de omgeving die in aanmerking zouden kunnen komen voor vrij massale, althans geconcentreerde, huisvesting van bijvoorbeeld seizoenarbeiders. Dat pleit dus voor een aanpassing van het raadsbesluit van juli. Daar komt bij dat wanneer men bezwaar heeft tegen ombouw naar 12 huureenheden, men juridisch zal krijgen tegengeworpen dat het bestemmingsplan het toelaat. Men zit dus in een juridisch zwakke positie. Hoe dan ook ervaart men het als een wezenlijke wijziging van hun woonomgeving. Dat alles is in onze ogen niet of onvoldoende bij de afweging in de gemeenteraad betrokken.

Verder is aan de orde de omgevingsdialoog. Die is voorgeschreven en houdt in dat een initiatiefnemer zelf moet communiceren over zijn plan met de omgeving. We hebben al vaker gesteld dat de opstelling vanuit het gemeentehuis hierbij veel te afstandelijk is. We hebben het over overheidsbesluiten en dat betekent dat er eisen dienen te worden gesteld aan de communicatie. Die betrokkenheid van de gemeente hierbij is te zwak, zo blijkt regelmatig. De communicatie wordt veel te nadrukkelijk geheel overgelaten aan initiatiefnemers. En dat heeft herhaaldelijk tot gevolg dat die communicatie onvoldoende plaatsvindt, ensoms zelfs een lachertje is.

Ronduit Open heeft het college verzocht een aangepast voorstel aan de gemeenteraad voor te leggen, met als strekking een inkadering van de mogelijkheid die het beleid nu biedt. Helaas besloot een meerderheid van de gemeenteraad het beleid nog een kans te geven.