Wegen en openbaar groen

Meer dan 1100 meldingen rechtstreeks bij de gemeente is niet niks. Bovendien doen een aantal burgers niet eens meer meldingen omdat er op eerdere meldingen niet eens is gereageerd. Naast goede voorbeelden waarbij actie is ondernomen, ervaren veel burgers een uiterst formele opstelling vanuit de gemeente. Alles is vaak tot in detail vastgelegd. Echter, communicatie vindt niet plaats en meldingen en verzoeken stuiten op allerlei gedetailleerde regels. Men verschuilt zich in het gemeentehuis achter de vastgestelde beleidsnota’s en planningsschema’s die nauwelijks flexibiliteit bieden. Men is afhankelijk van de welwillendheid van medewerkers om mee te werken en naar oplossingen te zoeken. Verzoeken om bomen te snoeien stuiten vaak op een muur van ambtelijk verzet dat door de wethouder voluit wordt gesteund.

Leudal presenteert zich dan als een formeel bolwerk. Een triest voorbeeld. Een burger vraagt een boom te snoeien vanwege overhangende takken. De gemeente weigert dat. De betreffende burger stapt naar de rechtbank die vervolgens de gemeente gebiedt alsnog een snoeibeurt uit te voeren. En wat doet de gemeente? Die voert dat rechterlijk bevel niet uit, maar stapt naar het Gerechtshof in Den Bosch. Intussen is door de gemeente een advocaat ingeschakeld.

Zowel de Kantonrechter als het Gerechtshof spreken hun verbazing uit over de formele opstelling van de gemeente. Waarom een zo eenvoudig verzoek juridisch zo enorm opblazen? En daarnaast, wat kost het niet als we alle ambtelijke uren meetellen, de reiskosten, de kosten van de advocaat, griffierechten enz. En niemand grijpt in, geen teamleider, geen management, geen secretaris en de portefeuillehouder laat het eveneens gebeuren. Dat maakt Leudal geen dienstbare gemeente.

We benaderen vragen van burgers te zeer vanuit onze eigen planningsschema’s. Daardoor komen we niet eens toe aan enig inlevingsvermogen van burgers. Als je praat en denkt vanuit het gemeentehuis en vanuit de papieren werkelijkheid, zijn we zelf diegenen die problemen veroorzaken in plaats van ze te voorkomen en op te lossen. Een concreet voorbeeld vormt de begaanbaarheid van trottoirs. Omhoogkomende bomenwortels maken het voor ouders met kinderwagens of mensen met een rollator moeilijk trottoirs te gebruiken waar ze voor bedoeld zijn. Dan moet je niet enkel naar de planning verwijzen met argumenten dat de betreffende straat pas over twee jaar wordt gerenoveerd maar dan moet je problemen oplossen.

Wij pleiten met nadruk voor twee punten:
1. Enig inlevingsvermogen bij problemen die burgers ervaren.
2. Voldoende vrije capaciteit inplannen zodat snel en goed kan worden gereageerd op klachten en meldingen van burgers.